donderdag 14 februari 2013

Jouw eigen personal space




Gisteren sta ik zoals elke maandag, dinsdag en woensdag in de metro op weg naar mijn werk. Beter gezegd, de Randstadrail. Het traject heet ook wel E Slinge, en rijdt van Den Haag Centraal naar Rotterdam Centraal. Ik stap op bij het Meijersplein, de plek waar mijn geliefde Fiat 500 staat. Maar het plein zou net zo goed anders kunnen heten, namelijk het Werkersplein, omdat veel werkende mensen van dit ideale plein afweten. Je parkeert er gratis en je bent zo in het centrum van Rotterdam. Nogal logisch dat ik met half werkend Nederland in de metro zit. Mensen die om negen uur arriveren en ook weer om kwart over vijf in de metro staan of zitten. Als sardines in een blik.


Vanaf het Meijersplein is het maar drie haltes naar Rotterdam Centraal. Zeven minuten en 420 seconden. Maar in deze zeven minuten kun je je toch behoorlijk ongemakkelijk voelen. Ik ben niet zo’n reizer met het OV, en eerlijk gezegd is dit ook de eerste keer in mijn leven dat ik met het OV reis. Ik heb daarom niet veel ‘ervaring’, dus baseer ik mijn mening op een belevenis. En mijn mening gaat zo: als het druk is zitten mensen teveel in je ‘personal space’. Voor mij betekent personal space dat je je ongemakkelijk gaat voelen naarmate mensen te dicht op je zitten. En dan komt er nog bijkijken dat ik claustrofobische trekken heb. Voor mij is het dan dubbel zo erg: het gevoel van niet zomaar wegkunnen en mensen die zo dicht op je zitten dat ze je poriën kunnen zien.

Neem nu gisteren. Om half zes precies neem ik de metro E richting Den Haag Centraal. Bij het openen van de deuren lijken de mensen in de metro al op sardienes in een blik, laat staan als twintig mensen er nog eens bijkomen. Toch waag ik het erop, want ik moet toch naar mijn auto. Samen met tien anderen sta ik in het achterste gedeelte van de metro. Twee mensen naast mij beginnen een gesprek over de Randstadrail. ‘Volgens mij is er een tussenuit gevallen.’ zegt een vrouw tegen een voor mij onbekende man. ‘Ja, dat denk ik ook. Maar de Randstadrail is wel een succes als ze goed rijden.’ ‘Ja het idee is ideaal. Maar zo dicht op elkaar staan is dat nu net weer niet.’ Waar deze mensen ook over praten, ik hoef het niet te weten. Alleen ik weet het nu wel, omdat we zo dicht op elkaar staan. Naast mij staat een Aziatische man die net als ik de ijzeren paal vasthoud. Zijn hand is maar een paar mm van de mijne verwijderd. Ik laat mijn hand steeds verder naar beneden glijden, om maar te voorkomen dat mijn hand de zijne raakt. Moet je nagaan.

Gelukkig nadert mijn eindhalte. Op het moment dat de metro stopt bij mijn halte excuseer ik mij om er langs te mogen. Een jongen staat bij de uitgang en blokkeert de deuren. Terwijl ik ‘sorry’ zeg, opent hij gelukkig de deur voor mij zodat ik erlangs kan. Snel dit sardinesblik verlaten denk ik bij mezelf. Als hij niet op die knop gedrukt had, zat ik er nu nog steeds. Tja, een combinatie van kleine verlegenheid, claustrofobie en mensen die te dichtbij mij komen is niet ideaal als je elke dag drie haltes met de metro moet. Voor nu blijf ik toch maar die sardines. Een sardines met een slechte combinatie. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten